Bij een kwalitatieve tweelaagse waterdichting wordt de toplaag bij voorkeur volvlakkig gevlamlast aangebracht. Enkel zo zal de toplaag en de onderlaag één geheel vormen met een uitstekende waterdichting en windweerstand tot gevolg.
Algemene richtlijn:
- De ondergrond dient egaal, droog, zuiver, vet- en stofvrij te zijn.
- Om een goede gelaste naadverbinding te bekomen dient er aan de overlapping steeds een bitumenrups van ≥ 5 mm uit te vloeien
- Wikkels van de rol verwijderen voor de plaatsing.
- De toplaag steeds in dezelfde richting plaatsen als de onderlaag.
- T-naden aan kopse overlappen worden vermeden door het wegsnijden van de hoek.
- De toplaag wordt geplaatst volgens halfsteens verband met een minimale afstand tussen de dwarse overlappingen van 2 meter.
- Vermijdt tegennaden ter hoogte van de dwarse en langse overlappingen om waterstagnatie te beperken.
- Positioneer de toplaag steeds geschrankt ten opzichte van de onderlaag. Zowel in de langse als in de dwarse richting. De overlapping van de toplaag verspringt bij voorkeur een halve baanbreedte ten opzichte van de overlapping in de onderlaag. Op die manier realiseert u het beste waterdichte resultaat.

- Rolbreedte waterdichting
- Geschrankte positionering toplaag t.o.v. onderlaag
(halve breedte) - Minimale afstand tussen kopse overlappingen
- Afschuining hoek tegen capillariteit
- Geadviseerde afwateringsrichting voor dit legpatroon (zonder tegennaad in de overlapping)
Meer info in onze gids “Zo kies en plaats je de bitumineuze toplaag voor het platte dak” die je terug kan vinden via onze IKO website.