De rollen worden geplaatst in de zin van de afwatering in halfsteens verband.
Het membraan wordt mechanisch bevestigd in de ondergrond met aangepaste schroeven en drukverdeelplaatjes die geschikt zijn voor de mechanische bevestiging van bitumineuze membranen op de aanwezige dakstructuur.
Het membraan wordt, met een overlapping van 12 cm in de langsrichting en 15 cm in de dwarsrichting geplaatst op de ondergrond. Alle details worden uitgevoerd conform de Technische Voorlichting nr. 280 van Buildwise (het vroegere WTCB).
Het aantal schroeven in de midden- , hoek- en randzones worden bepaald door de windbelasting op het dak (zie Technische Voorlichting nr 239 van Buildwise).
In geval van een éénlaagse waterdichting dient men de naadverbindingen zorgvuldig uit te voeren en extra te controleren.
De gootzones en alle details, randafwerkingen, uitzettingsvoegen, tapbuizen, koepelopstanden, afvoeren e.d. moeten steeds tweelaags uitgevoerd worden.
Tevens worden de opstanden voorzien van een tweelaagse waterdichting door middel van verticale randstroken van 1 meter breed. De afdichting ter hoogte van de opkant wordt geschrankt geplaatst ten opzichte van de afdichting in het dakvlak. De onderlaag wordt bevestigd met de methode aangepast aan de voorhanden zijnde ondergrond maar voldoende windstabiel volgens de eisen van windweerstand van de Technische Voorlichting nr 280 van Buildwise.
Meer info in onze gids “Zo kies en plaats je de bitumineuze toplaag voor het platte dak” die je terug kan vinden via onze IKO website.